dinsdag 15 juli 2014

De kunst van het behagen

Onze street cred meteen de hoogte ingesnoeid.
We wonen in een straat met voornamelijk ouderen van dagen. Stuk voor stuk vriendelijke, begripvolle mensen, op een enkele uitgeweken militaristische patriot na misschien. Stuk voor stuk ook mensen die genieten van hun welverdiend pensioen en... van hun hagen.

Vrijwel elk huis bezit er minstens één. Sommige hoog opgeschoten, andere subtiel laag-bij-de-gronds. Haagjes van buxus, exemplaren van beuk. En allemaal hebben ze één iets gemeen: ze zijn tot in de puntjes onderhouden. Perfectie als uiting van huiselijke trots en rust.

In onze straat wonen ook enkele jongeren van dagen. Eveneens uiterst aimabele mensen, met hoogstens Flappermans als meest subversieve element. Stuk voor stuk mensen voor wie het pensioen de volgende jaren een schijnbaar telkens groter wordende utopie wordt en hier en daar ook... de minder trotse bezitters zijn van enkele hagen.

Ook dit huis bezit er twee, die de voorbije maanden allebei tot ongekende hoogten waren opgeschoten, wegens niet tot in de kleinste blaadjes onderhouden. Perfecte imperfectie als uiting van huiselijke drukte.


En net als onze flink in bloei staande bloemen
hoeven we dat dus nooit water te geven.
En zo werden onze hagen uiteindelijk doornen in de ogen van de straatbesjes. Zelfs de meest door cataract geteisterde kijkers konden er niet meer naast kijken. Groot was de opluchting dan ook toen ondergetekende vorige week de schaar in de groene kruinen zette en - menslievend als we zijn - de straat van nog enkele aanstaande hartinfarcten behoedde.

Gelukkig zien onze bejaagzieke behaarden enkel onze voortuin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten