vrijdag 13 juni 2014

Aberrant kinderliedboek

"... klopte op de deul."
Kleine kinderen hebben en liedjes zingen: als er nu één iets is dat even goed bij mekaar past als Jacky Lafon en mislukte facelifts, dan is het dat wel. Uit diep respect voor al die briljante evergreens, ging ondergetekende daarom op pad in zijn eigen huis, op zoek naar welke liedjes er heel lokaal in K-Town Metropool allemaal gezongen worden en wat het effect ervan is. Daarbij kwamen de volgende, interessante bevindingen naar boven:


1. Velen (Iedereen?) houden zich doorgaans strak aan de officiële liedjesteksten, met uitzonderlijk hier en daar een lichte, regionale aanpassing. Hier in huis is dat vooral het geval met "In het bos, daar staat een huisje". De vrouwelijke helft van het ouderpaar zingt immers "... kwam een haasje aangelopen, klopte op de deur." Hoe het de haas in kwestie verder vergaat, weet iedereen wel, maar feit is wel dat men in Vlaams-Brabant en Limburg geen respect toont voor het - weliswaar poëtisch vrije - eindrijm "... kwam een haasje aangelopen, klopte even aan." Waarbij "aan" qua klank rijmt op "vensterraam". In West-Vlaanderen is er geen sprake van dergelijke miskleunen en eerbiedigt men het eindrijm.

2. Liedjes opzettelijk verkeerd zingen kan danig op de heupen werken en dit niet enkel onder volwassenen. Tussen de mammie en de pappie is er al vaak een spanningsveld ontstaan, wanneer eerstgenoemde het over de groep MGMC heeft, in plaats van MGMT. Dat pestgedrag wordt daarom geregeld weerkaatst door de pappie, die zijn eigen versie zingt van "Chasing Cars" van Snow Patrol, nl. "... would you lie with me and just forget the words", waar men "the world" zou verwachten. Dit tot grote ergernis van de mammie.

Ook bij kleine kinderen wekt dit danig frustratie op. Zo weet Flappermans na een tijdje geen weg meer met zichzelf als de pappie van "Dag, mijn Augustijntje, dag mijn Marjoleintje" zingt, alwaar dochterlief "Roosmarijntje" verwacht. Doorgaans begint Floopy dan te krijsen in plaats van te zingen.

3. Laatste en meteen ook belangrijkste bevinding: eigenlijk zijn veel van die songteksten ferm saai. Daarom heeft ondergetekende de voorbije drie jaar zijn eigen versies ontwikkeld van enkele kleuterliedjes. Hierbij een kleine bloemlezing - neurie of zing gerust mee:
En maar dansen en maar lachen,
met haar vieze manieren!

"Visje visje in het water
visje visje in je kom
Visje visje kan niet praten
visje visje is doofstom."

"Schaapje schaapje
heb je witte wol?
Ja baas, ja baas 
en bruine rond mijn hol."

"Ik ben Kaatje van de schuddebol
ik steek graag dingen in mijn <vul zelf aan>
en heb een gele krullenbol
van schuddebollepats!"

Het spreekt voor zich dat niet iedereen in huis even blij is met papa's aberrante versies. Zeker niet de gezinsleden met een pedagogische achtergrond. Daarom neemt ondergetekende zich voor om, nu Flappermans vrijwel alles begrijpt, voortaan zijn manieren te houden. Op vlak van kleuterliedjes toch.

Om toch nog met een katholieke noot deze korte studie te beëindigen: een slaapliedje voor alle kindjes-lezers en in het bijzonder voor Flappermans en Bassieman:


Die van het slaapliedje.
Slaap Floopy/Basje, slaap
daarbuiten loopt Poepoe
Poepoe met haar witte voetjes
die drinkt haar water zo zoetjes.

Slaap Floopy/Basje slaap
daarbuiten loopt Poepoe.

En deze blijft het elke avond opnieuw doen.

zondag 1 juni 2014

Met de trein naar Antwerpen

Aangezien papa het alweer een tijd nagelaten heeft om nog eens iets over mij of mijn broer te schrijven, doe ik het zelf maar. Gisteren mocht ik met papa mee naar Antwerpen. Met de trein! Papa had (weeral eens) cd's nodig, maar deed dat in de eerste plaats om de economie draaiende te houden, zei hij. In Antwerpen verkopen ze niet enkel cd's, maar ook veel lucht, zei hij ook nog. Dat van die cd's snapte ik niet echt. Hier kan je mijn stripverslag terugvinden:

Toen we vertrokken, lag ons huisje met zijn nieuwe dak in de zon te blinken. Als je een foto van ver genoeg neemt, zie je niet dat papa dringend nog eens zijn hagen onder handen moet nemen. Maar de economie gaat voor, zegt papa, en dat ik braaf moet zijn.




We gingen op pad. Ik haastte mij richting station, want misschien was de trein wel te vroeg! Papa zei dat ik duidelijk nog niet wist hoe de treinwereld in mekaar zit. Hij weigerde zich dus te haasten. Die papa toch.

Toen ik in het station aankwam, was de trein er bijlange na nog niet. Papa zei dat hij dat toch gezegd had. Dat snapte ik niet echt. Wat ik wel meteen begreep, is dat voorbijzoevende treinen heel veel lawaai maken. Gelukkig heb ik twee handjes en twee oortjes en passen die mooi op mekaar.





Toen zaten we eindelijk op de trein. Op het raam had iemand een vreemde, paarse vogel gespoten. Het moet iemand met een spuitbus geweest zijn, ofwel iemand met een wel heel vreemde genitale afwijking, zei papa. Dat van die spuitbus snapte ik niet echt. 

Gelukkig stapte het bommaatje aan de andere kant van de gang eindelijk uit en konden we haar plaats inpikken. Zonder vreemde, paarse vogel op het raam is het leuk naar buiten turen. Ik mijmerde even weg en dacht na over de proloog van mijn latere memoires.



Toen kwam de trein eindelijk aan in Antwerpen-Centraal. Ik vroeg papa waarom, maar hij reageerde niet echt. Ik snap nog steeds niet waarom. De trein moest vervolgens weer verder, naar Nederland. Ik zwaaide hem na.

In het station moest papa zich per sé als toerist gedragen. Ik moest poseren. Als hij stomme vragen stelt, trek ik stomme smoelen. Eén keer had hij mij er toch in geluisd. Ik moest een vliegtuig nadoen, maar ik snapte niet waarom. Eigenlijk snap ik nog steeds niet echt waarom.









Toen kwamen we eindelijk aan waar papa moest zijn: de Mediamarkt. Mocht die niet bestaan, ik had al een veel grotere spaarrekening. Maar papa zegt dat ik aan de economie moet denken en dat, als ik braaf ben, ik straks zo'n wafel krijg die ik in het station geroken had.
Papa heeft veel minder tijd nodig in een winkel dan mama, heb ik gemerkt. Na nog geen half uur waren we alweer buiten. Papa had mij ook een dvd van Tinkerbell gekocht. Dat is immers mijn lievelingsfilm. Vreemd, zei papa, want ook Assepoeste en Ajiel de Zeemeemin zijn mijn lievelingsfilms. Hij snapt het niet echt, denk ik. Toch was ik ook blij dat we uit die winkel waren, want ik begon opeens ijsjes te ruiken. Omdat ik braaf was geweest, kreeg ik van papa daarom een ijsje in plaats van een wafel. De ijsjesmeneer had niet begrepen dat ik een potje wou. Dus kreeg ik een hoorntje met een enorme, roze bol erop. Ik ben blij dat die meneer het niet echt snapte. 
Het duurt echt wel lang tot zo'n gigantisch ijsje op is. Bovendien zijn er bepaalde risico's aan verbonden, zei papa, die zich duidelijk niet helemaal op zijn gemak voelde. Nochtans keken veel mensen glimlachend naar mij. Het duurde wel nog tot in het station tot dat ijsje eindelijk op was. Ik was er efkes niet goed van en was blij dat ik kon uitrusten op de trein, terug naar mama en Bas. Dat snap je hopelijk wel.
Als papa mij de volgende keer nog meeneemt, zal ik toch eens zo'n wafel uitproberen, denk ik. Wat ben ik toch blij dat papa de economie een warm hart toedraagt. Hopelijk koopt hij nog veel cd's in de toekomst! Nu snap ik immers waarom!

Groetjes,
Flappermans