maandag 17 maart 2014

Uit de oude doos: hoe het allemaal begon met de jarige Flappermans (2)

Vandaag was het de grote dag: Flappermans is er drie geworden, of zoals ze het zelf zou zeggen: "vandaag was ik harig!" Ze liet het haar alleszins welgevallen en genoot met overvolle teugen van alle aandacht, prinsessencakejes en andere taartachtigen. Groot feest dus, net zoals drie jaar geleden op 17 maart. En we herinneren het ons nog als was het de dag van gisteren. Niet moeilijk, gezien onze toenmalige situatie...

Eigenlijk hadden we het nog goed naar onze zin, die 17e maart van 2011, ook al waren we de eerste anderhalve dag zowat de h**ren van 't ziekenhuis. Tot zowat de vooravond moesten we in de verloskamer zelf blijven, waarna we in een kamertje gedropt werden, ergens op de orthopedie-afdeling. Het zou nog tot de namiddag de dag erna duren, eer we uiteindelijk goed en wel op de materniteit belandden. Maar we trokken het ons allerminst aan: érgens in het ziekenhuis was nog steeds beter dan in ons vluchtelingenkamp thuis.


De bergruimte van onze polyvalente kamer.
Ne mens zou voor minder
ne lekkere spaghetti maken op de gang!
We zaten immers in de eindfase van onze verbouwing en leefden in onze polyvalente kamer, waar onze tv stond, onze 2 kookplaten, 't frigootje en de rest van onze uitzet. Zitten was er niet echt bij; eten deden we als de eerste de beste decadente Romeinen, al liggend op een matras. Afwassen deden we dan weer in ons bad, in onze badkamer, die tot overmaat van ramp ook in verbouwing was. Nooit gedacht dat ik ooit nog 't braadvet van twee kipfilets in mijn nieuw bad ging wegspoelen, maar in een vluchtelingenkamp mag een mens al blij zijn als hij tout court én kiekenfilets heeft én een pombad.

Bijgevolg hadden we het waar ook in 't ziekenhuis goed naar onze zin. We konden zitten, er was overal verwarming en we konden ons op vrij normale wijze wassen. Dat het eerste kamertje te klein was, kon ons niet deren. Dat we ook daar in de lavabo moesten afwassen, was het enige minpuntje.
Groot was onze ontgoocheling dan ook, toen we een dag of vier later terug naar huis moesten. Maar hoe groot de teleurstelling ook was, de thuiskomst van Flappermans maakte van onze wooncontainer op slag een vijfsterren-vluchtelingenkamp.



Je had meteen begrepen dat er in een
vluchtelingenkamp al eens geknokt moest worden.
Enkel je kleurencombinatie trok op de ballen.
Zelf zal je er nooit iets van beseft hebben, Flappermans, maar die eerste twee, drie weken van je leventje waren niet meteen de meest praktische uit ons leven. Zo moest uw vader van uw moeder op de overloop boven aan een mini-tafeltje gaan zitten, met zijn twee kookplaten, om spaghetti te maken. Jij mocht immers niet te zeer bedwelmd worden in onze polyvalente kamer.
Rond begin april konden we dan eindelijk weer naar beneden verhuizen en kon het échte leven met vier (Poepoe als volwaardig gezinslid meegerekend) beginnen.

... en nu zijn we drie jaar later, ben jij de grote chef in huis en zijn wij, je ouders, geen vluchtelingen meer. De rosse panter, die is er ook nog steeds en sinds een dik jaar is er ook die andere kleine chef, Bassieman. 

Flappermans, 17 maart 2011 en de dagen erna, die vergeten we van ons leven niet meer, al was het maar om de geur van spaghettisaus in onze gang en van kipfilets in bad. Alles moest immers wijken voor die kleine prinses en haar welzijn...

Opgedragen aan Thijs en zijn trotse mammie en pappie (mét zeker 20 cm opening!). Een vluchtelingenkamp wensen we hen niet toe, een stoer ventje en ne lekkere spaghetti des te meer!

dinsdag 11 maart 2014

Uit de oude doos: hoe het allemaal begon met Flappermans (1)

Binnen enkele dagen is het drie jaar geleden dat onze wereld voor de eerste keer heerlijk op zijn kop werd gezet. Met dank aan Flappermans. 
Met het ondertussen legendarisch geworden
middelvingertje. Flappermans toch!

17 maart 2011, rond 6u 's morgens. Niks leuker dan wakker te worden met het ochtendlijke gefluit van irritante gsm-alarmvogeltjes. Toch geen morgen als een ander: Liesbet (toen immers nog net geen 'mammie') is reeds wakker en houdt om de één of andere vreemde reden de Keno-cijfers bij op haar gsm. Na enkele verwarde woorden ter verduidelijking blijkt het om weeminuten te gaan. En meteen zijn er geen ochtendlijke gsm-vogeltjes meer nodig: deze keer moét het van dattum zijn!

Toch eerst nog eens voor alle zekerheid naar de materniteit bellen. Of we écht wel moeten langskomen. Imagoverlies is snel geleden. Maar de voortekenen zijn gunstig. En opeens breekt de hemel figuurlijk open, ook al is het nog veel te vroeg, is het buiten geen weer om over naar huis te schrijven en zitten we nog steeds temidden een halve verbouwingsruïne.

17 maart 2011, rond 7u 's morgens. We zitten met ons tweetjes in de verloskamer. Of beter: ik zit in de verloskamer. Liesbet zit afwisselend op zo'n grote plastieken bal, wandelt wat rond of ligt op bed. Daarna moet ze aan de monitor. Samen naar een machine kijken, waaruit millimeter voor millimeter een soort van profiel van een Touretappe komt schudderen. Blijkbaar een heuvelachtige rit die dag. Na verloop van tijd doemen de Pyreneeën, met hun afgerondere toppen, op. Vreemd genoeg duiken er tussen de Pyreneeën geregeld heel steile Alpen op. Er mag immers al eens schuddebuikend gelachen worden. Vertellen we ook aan de mevrouwen in 't wit die de etappe van tijd tot tijd komen controleren.
Zelfs in de Tour neemt men best zijn voorzorgen
tegen opstijgend vocht!

17 maart 2011, rond 10u45. We beginnen aan de koninginnenrit in de Alpen. Schuddebuiklachen is er niet echt meer bij. Liesbet (op dat moment bijna 'mammie') mag in bad. Deze keer komt er wel volk rond staan. Voyeurs. Ondergetekende raakt stilaan ook onder de indruk van de omstandigheden. Het wordt pijnlijker en pijnlijker. Opeens stijgt het badwaterniveau met 16 cm (of daaromtrent). Daar moet iets gebroken zijn. 'Vlug' uit bad en op bed. Een vijftal perssalvo's. Een stagiaire die in de weg zit. Een gynaecologe die, in tegenstelling tot de negen maanden voordien, opeens spraakzamer wordt en nadien zelfs hartelijk.

17 maart 2011, rond 11u45. Liesbet is vanaf nu mammie. En ondergetekende pappie. Van Floor (toen immers nog geen 'Flappermans' genoemd).

Het is een druilerige dag, maar binnen kan het geluk niet op. De mammie heeft de Alpen bedwongen en krijgt voor één keer geen geel leeuwtje, maar een klein wondertje op het podium. Vader vraagt zich af waarom niémand hem gevraagd heeft die navelstreng aan flarden te knippen. Maar laat dat vooral de pret niet derven!

To be continued...

Opgedragen aan Roel en zijn nu al fantastische ouders, die gisteren met verve hun bergetappe wonnen!